Dit waren geen gewone schuurvondsten. In de schemerige, rommelige garage stonden twee Ferrari 308 GTB’s en een DeLorean DMC-12 – een line-up die rechtstreeks uit een verzamelaarsfantasie lijkt te komen. Het tafereel leek bevroren in de tijd, alsof iemand in 1990 op pauze drukte en gewoon wegliep.
Maar zoals bij veel schuurvondsten had ook deze vondst een hartverscheurend verhaal. De auto’s waren van een toegewijde enthousiasteling wiens leven drastisch veranderde nadat hij door een ernstig motorongeluk gedeeltelijk verlamd raakte. Ondanks zijn verwondingen weigerde hij zijn passie op te geven. Hij leerde zichzelf moeizaam de zware handgeschakelde versnellingsbakken te besturen met alleen zijn linkerhand, pure vastberadenheid om zijn droom in leven te houden. Toen zijn gezondheid achteruitging, werden de auto’s uiteindelijk onmogelijk te bedienen. Hij vond nooit de kracht om ze te verkopen en klampte zich vast aan de hoop dat hij op een dag weer achter het stuur zou kunnen zitten. Na zijn dood besloot de familie dat het eindelijk tijd was om de garage te openen.