Nu zag hij alleen nog maar cijfers. Luierkosten, schoolbenodigdheden, stijgende huur, toekomstige bruiloften. Hij lag wakker en dacht aan schoolgeld, beugels, schoolbaljurken. Twaalf meisjes, gigantische rekeningen en zijn droom om een zoon te hebben was nog steeds niet vervuld. Hij nam het hem kwalijk dat hij de keuze had gemaakt om zich te settelen en dit leven te leiden.
Op zijn negenentwintigste voelde hij zich negentig. Het traditionele leven dat hij ooit magisch had gevonden met Lucy was veranderd in iets verstikkends. Hij had drie doodlopende baantjes, zag zijn dromen opdrogen terwijl de was zich opstapelde en er altijd wel iemand iets nodig had. Dit was geen leven, het was een straf waaraan hij wilde ontsnappen.