“Bedankt,” zei de man. “Het is goed zo.” Andrew glimlachte beleefd en stapte weg, maar bleef achter de toonbank staan om hen in de gaten te houden. De man praatte het meest. Op een gegeven moment leunde hij naar voren, zijn stem laag maar intens.
De meisjes waren zo stil als standbeelden, knikten af en toe of staarden in hun kom. Andrew kon niet horen wat er gezegd werd, maar toen steeg de stem van de man scherp, net luid genoeg om hoofden in de buurt te doen omdraaien.