Hoe langer de stilte duurde, hoe meer de spanning toenam. Rond twee uur ’s middags, toen Tommy op de bank lag te slapen, glipte Kayla de keuken in om zijn waterflesje bij te vullen. Ze probeerde zich te concentreren op de simpele beweging – draaien, schenken, draaien – maar haar handen trilden lichtjes.
Toen… Een plotselinge, scherpe klap weerklonk van boven – als een hak of een hard voorwerp dat tegen hout tikte. Kayla bevroor. Toen kwamen de voetstappen. Niet rennen. Niet klauteren. Langzaam. Doelbewust. Afgemeten. Een zachte stap… dan nog een… dan een vage gewichtsverplaatsing, alsof iemand rustig probeerde te lopen – maar de zwaarte van de pas van een volwassene niet kon verbergen.