Op een middag vroeg Walter een buurvrouw of ze zich iets ongewoons herinnerde aan de tuin van het pand. Ze pauzeerde, verbaasd, en schudde toen haar hoofd. “Nooit iets vreemds gehoord,” zei ze. “Ziet eruit als elke andere achtertuin voor mij.” Haar antwoord stelde hem meer van zijn stuk dan gerust.
Hij probeerde het nog eens met een andere buur die er al langer woonde. Die man haalde ook zijn schouders op. “Deze huizen zijn oud. Veel eigenaardigheden in de grond. Waarschijnlijk zijn het gewoon wortels die verschuiven.” Maar Walter had dat jaren geleden al uitgesloten. De afwijzing zat hem niet lekker.