De heuvel in zijn achtertuin werd groter – toen besloot hij hem op te graven..

Deze keer was het geluid onmiskenbaar hol, het galmde door de grond op een manier die zijn huid deed kriebelen. Walter bevroor, met een bonzend hart, zich realiserend dat het mysterie waar hij al tien jaar naast had geleefd op het punt stond zich te openbaren, of hij er nu klaar voor was of niet.

Walter knielde naast het pas blootgelegde oppervlak en veegde met trillende handen klonten vochtige aarde weg. Onder de aardkorst kwam een scherpe hoek tevoorschijn. Het had een verroeste rand die het licht ving in een doffe, roodachtige glans. Het was onmiskenbaar metaal en zeker oud.