De heuvel in zijn achtertuin werd groter – toen besloot hij hem op te graven..

Hij dwong zichzelf om weg te stappen, met gladde handpalmen en elk instinct dat schreeuwde dat nabijheid alleen al een risico was. De schuur, het hek, zelfs het gras voelde plotseling verraderlijk aan. Hij liep achteruit naar de veranda, zijn hoofd ging tekeer en hij wist niet zeker of een te snelle beweging een ramp zou veroorzaken. De wapens zagen immers na zo lange tijd weer daglicht en lucht!

Marie verscheen in de deuropening, haar verwarring sloeg meteen om in afschuw toen ze zijn gezicht zag. Hij wees naar de open kist zonder iets te zeggen. Haar schreeuw sneed door de tuin toen ze zijn arm greep en hem verder van de kuil wegsleepte. “Walter, ga daar weg, nu! Er kan iets leven!”