Iedereen verstijft van afschuw als een beer met een jongetje het ziekenhuis binnenloopt

Anika was nieuwsgierig naar de reus die de jongen had binnengebracht en wetende wat ze wist over het touw en de kalmerende middelen die op de jongen waren gebruikt, dacht ze dat de politie ook geïnteresseerd zou zijn in waar het dier vandaan kwam. Verpleegkundigen fluisterden in de kantine: Het heeft de hele nacht gewacht. Anderen gluurden door de luxaflex naar het laadperron.

Journalisten begonnen te bellen, snoven de geur van een wonder op. De administratie draaide door en noemde het een “lopend onderzoek” Anika negeerde het drama. Haar aandacht bleef bij Evan, zijn kleine gestalte onder de verwarmende dekens, zijn vitale functies stabiel. Toen ze het infuus bijstelde, mompelde hij, zijn ogen onscherp: “Beer.” Ze kneep in zijn hand. “Hij is gebleven.”