Pedro ging ervan uit dat hij ze na sluitingstijd alleen zou opplakken, maar nog voor hij kon beginnen, kwam er een groepje studenten opdagen – studenten die hij herkende van gezicht, maar niet altijd van naam – en boden aan om te helpen. “Wij doen de slaapzalen,” zei er een. “Ik doe de boekwinkel en die koffieshop,” voegde een ander eraan toe.
Tegen zonsondergang hingen de posters aan lantaarnpalen, prikborden en ingangen van slaapzalen. In de boom bij Pedro’s winkel hing er ook een, precies boven Lola’s hondenbedje. Pedro stond er nederig naar te kijken. Deze kinderen waren niet alleen klanten, ze gaven ook om haar. Niet alleen om hem, maar ook om haar. Een kleine zwerfhond.