Een lang moment bewoog geen van beiden. De hond deinsde niet terug, gromde niet. Ze staarde alleen maar, alsof ze wachtte tot hij zou beslissen wat voor man hij was. Langzaam, Ethan gehurkt tot zijn knieën kraken, reikte in zijn zak, en legde een half broodje op de grond. De hond snoof de lucht op, kroop voorzichtig stapje voor stapje naar voren en nam het eten met verrassende zachtheid aan.
Dat kleine gebaar, het vertrouwen van een zwerfhond dat zo gemakkelijk werd aangeboden, nestelde zich in Ethans borstkas. De volgende ochtend kwam ze terug. En de ochtend daarna. Ethan begon haar Bella te noemen, een naam die hij eerst zachtjes uitsprak, bijna alsof hij bang was er gewicht aan te geven.