Bella blafte niet naar de olifanten, schrok niet van krijsende papegaaien, deinsde zelfs niet terug toen de leeuwen laag in hun keel rommelden. Ze keek alleen maar met plechtige ogen, hield haar hoofd schuin alsof ze luisterde naar iets dat de rest van hen had gemist.
Ethan vond die blik verontrustend, niet omdat het hem bang maakte, maar omdat het hem leek te wegen, zijn stiltes meer te meten dan zijn woorden. Terwijl de dagen weken werden, bracht Bella zijn routine in kaart. Ze wist wanneer ze aan de kant moest gaan als hij een slang trok, wanneer ze op zijn hielen moest draven als hij voederemmers droeg, wanneer ze zich bij de personeelsingang moest opkrullen om te wachten.