De grootste sceptici waren overtuigd toen ze hen samen zagen. Daisy verzorgde de welpen alsof ze altijd al van haar geweest waren. Het personeel staarde door het glas, met uitdrukkingen verscheurd tussen ontzag en alarm. Sommigen noemden het wonderbaarlijk. Anderen mompelden over krantenkoppen en rechtszaken. Zachary zei niets. Hij keek alleen naar Daisy’s gestage toewijding, terwijl zijn hartslag steeds hoger werd.
Dagen vervaagden in weken. De welpen bloeiden, sterker met elke zonsopgang. Daisy was onvermoeibaar en duwde ze terug als het spel ruw werd, likte hun ogen schoon en krulde zich ’s nachts om hen heen. Zachary noteerde elk detail in zijn notitieboekje, maar woorden konden nooit het gewicht beschrijven van wat hij zag. Het voelde heilig.