Maar toch, elke keer als Daisy over de vloer peddelde met de welpen achter zich aan, voelde Zachary hoop opbloeien tegen zijn angst in. Ze ontkrachtte de regels van de meeste dierenhandboeken. Een hond bracht jongen groot! Maar onder dat fragiele wonder zat een tikkende klok die hij niet kon negeren. De natuur was geduldig, maar niet altijd genadig. De vraag die hij moest beantwoorden was: wanneer?
Al snel pasten de welpen niet meer onder Daisy’s gestel. Hun poten, ooit onhandig, droegen een kracht die Zachary soms beangstigde. Hij keek toe hoe ze elkaar over het stro besluipen en met een duizelingwekkende snelheid bespringen. Daisy corrigeerde ze met zachte snauwen, maar haar grootte was lachwekkend naast die van hen. Een misstap kon een ramp betekenen.