Op een middag sloeg een pootbeweging Daisy plat. Zachary rende met kloppend hart naar de slagboom. Maar Daisy kwam overeind, schudde zich uit en blafte scherp. De welp bevroor, zijn kop omlaag, bijna verontschuldigend. Opluchting maakte hem duizelig, maar liet hem trillen. De blikken van het personeel vertelden hem wat hij al wist – de tijd kwam.
De gesprekken van het personeel werden harder. “Ze zal uiteengereten worden,” zei er een. “Je gokt met levens,” snauwde een ander. Zachary klemde zijn kaak op elkaar, niet bereid om ruzie te maken en toch niet in staat om zich over te geven. S Nachts speelde hij elk moment na, luisterend naar barsten in Daisy’s magie. Als er een tragedie zou komen, zou het dan alleen zijn schuld zijn?