De anderen gaven de ruimte een respectvolle afstand, wierpen slechts af en toe een blik die kant op, maar bleven nooit lang stilstaan. Maria stapte dichterbij. “Lila? Ben je er nog?” Niets. Lila’s hele aandacht bleef op de grond gericht. Haar oren spitsten zich een keer, subtiel, niet uit irritatie, maar uit concentratie.
Maria hurkte en streek met haar hand over de grond. Het voelde hetzelfde als elders, stoffig, koel, ongestoord. Geen verstoorde aarde, geen holen, geen lucht die ontsnapte uit pijpen eronder. Ze controleerde het hekwerk, de irrigatielijn, zelfs de schaduwstructuur boven haar hoofd.