Kiara’s pols versnelde, maar ze hield haar uitdrukking neutraal. “Niet wat ik denk? Wat is het dan, Ethan? Je bent het gewoon ’tegengekomen’? Waar precies?” Ze liet de stilte uitrekken, haar onwrikbare blik dwong hem te antwoorden. De lucht tussen hen was dik van de spanning.
Ethan leunde dichterbij, zijn stem kwam nauwelijks boven een fluistering uit. “Oké,” gaf hij toe, zijn toon doorspekt met frustratie. “Ik heb het niet in een winkel gekocht. Ik heb het meegenomen. Maar het stelde niets voor. Het lag daar gewoon, alsof niemand er iets om gaf. Ik heb niemand pijn gedaan, Kiara.”