Evelyn liep achter hen aan, bukkend onder lage takken, wevend door dik kreupelhout, elke stap trok haar dieper het bos in. Op een gegeven moment wist ze niet meer hoe lang ze al liepen. Het busstation voelde nu als een droom, ver weg en onwerkelijk.
Ze keek om zich heen en realiseerde zich met een schok dat er geen paden meer waren, geen tekenen van mensen, geen geluiden van auto’s of stemmen. Alleen maar wildernis in alle richtingen. Haar adem stokte. Ze was mijlenver weg. Zonder gsm-signaal. Niemand wist waar ze was. En ze volgde twee beren. Waar was ze mee bezig?