Twee beren dreven haar het bos in – wat ze aantrof was verwoestend

Ze kwam op tijd aan bij het busstation en vond een plekje op een van de bankjes. Er liepen mensen rond, sommigen wachtten op hun bus, anderen keken in hun telefoon of lazen kranten. Een lichte kou in de lucht deed Evelyn haar jas strakker om haar schouders trekken, maar er was geen gevoel van urgentie – alles was zoals het moest zijn.

Ze leunde achterover en haalde haar telefoon tevoorschijn om haar berichten te controleren. Een sms van haar vriendin Sara dook op, met de vraag of ze vanavond nog zouden gaan eten. Evelyn glimlachte. Het was het gebruikelijke heen-en-weer ge-sms, niets bijzonders. Ze antwoordde met een snelle “Ja, tot straks!” en legde haar telefoon weg, tevreden om te wachten tot de bus kwam.