Er was geen tijd te verliezen; de storm zou alleen maar erger worden en de kat, samen met wat hij ook beschermde, zou de nacht niet overleven in zulke barre omstandigheden. De gedachte dat ze daar zouden bevriezen, verontrustte hem diep.
Alan wist dat hij niet stil kon blijven zitten. Hij pakte zich weer in, zijn vastberadenheid woog zwaarder dan zijn angst. Hij sjokte door de sneeuw naar zijn schuurtje in de achtertuin, de wind gierde door zijn gezicht terwijl hij door zijn gereedschap en voorraden rommelde.