Alan haastte zich naar binnen, regelrecht naar de vriezer. Hij pakte een zak tonijn uit blik, in de hoop dat de verleidelijke geur de kat zou weglokken. Hij wikkelde zijn hand in een dikke deken om zichzelf te beschermen tegen mogelijke beten en liep snel naar de keuken.
Hij rommelde door de voorraadkast tot zijn hand op de blikken doos met tonijn terechtkwam. Snel leegde hij de inhoud van het blikje op een bord. Het doordringende aroma van tonijn vulde al snel de lucht en gaf Alan weer hoop. Hij pakte voorzichtig het bord op en stapte de ijskoude nacht in, de elementen trotserend met hernieuwde vastberadenheid.