Alan legde de kat voorzichtig bij de open haard en wikkelde hem stevig in een dikke deken. De warmte van het vuur vulde de kamer, maar het leek weinig te doen voor de kat, wiens ademhaling moeizaam en oppervlakkig bleef.
Alan keek hulpeloos toe hoe de toestand van de kat steeds verder verslechterde. De ogen, die eens zo alert waren, waren nu nauwelijks open, met de zwakste tekenen van leven. De angst om de kat te verliezen greep hem aan, de gedachte dat ze zou sterven nadat ze dapper de pups had beschermd was ondraaglijk.