Toen Alan uit het ziekenhuis werd ontslagen, was het eerste wat hij deed de dierenarts bezoeken waar de kat en de pups naartoe waren gebracht. Alan’s hart klopte toen hij de kat wakker zag, met ogen die niet langer glazig waren maar vol licht. Zodra de kat Alan zag, begon hij zwakjes te spinnen, duwde zichzelf overeind en liep naar hem toe.
Alan knielde neer en streelde zachtjes de kop van de kat, die tegen hem aanleunde en een zacht gejammer liet horen. De kat likte zijn hand, zijn dankbaarheid en genegenheid waren voelbaar. Alan kreeg tranen in zijn ogen toen hij besefte hoe de kat bijna zijn leven had opgeofferd voor de puppy’s.