Hij liet haar achter bij een benzinestation als grap – Toen verdween ze spoorloos..

De woorden kwamen aan als een klap. Hij wilde tegensputteren, een nieuwe zoektocht eisen, maar iets in hem deinsde terug. Diep van binnen begreep hij wat de detective bedoelde. De gedachte holde hem uit. Misschien was ze niet verdwenen. Misschien was ze aan hem ontsnapt. Dat deed hem afvragen wat voor man en echtgenoot hij was geweest.

Die nacht herhaalde hij de zin keer op keer. Ze willen niet gevonden worden. Hij fluisterde het totdat het een ritme werd, een straf. Het huis leek het te absorberen, de muren echoden zijn bekentenis terug naar hem. Elke lettergreep schraapte iets rauws in zijn borst.