Visser dacht dat hij een enorme mossel had gevonden, maar wordt bleek als hij erin kijkt

Toen hij aankwam, was de deur van het pakhuis beveiligd met een roestige ketting en een broos hangslot. Rowan klemde een koevoet in de schakels en forceerde een opening die breed genoeg was om zich er doorheen te wurmen. Binnen scheen zwak zonlicht over het stoffige beton en verlichtte drijvende motten die bewogen als langzaam onderwater plankton.

Het spelonkachtige interieur leek leeg op een dichtgetimmerde kamer in de verste hoek na. Het hout leek nieuwer dan de rest van het gebouw. Het had verse spijkers, schone sneden en doelbewuste reparaties. Iemand had deze kamer onderhouden lang nadat het pakhuis was verlaten.