Visser dacht dat hij een enorme mossel had gevonden, maar wordt bleek als hij erin kijkt

Hij testte de koperen sleutel in het kleine slot dat aan de planken was bevestigd. Het gleed soepel naar binnen en draaide met verrassend gemak, alsof het op hem wachtte. Zijn adem stokte toen de deur krakend openging en een kleine versterkte kamer onthulde, met stalen wanden en duidelijk bedoeld voor geheimhouding.

Binnen stonden rekken met door water beschadigde grootboeken, verzegelde blikken en een versterkte stalen kist die stevig aan de vloer was vastgeschroefd. Rowan’s hartslag bonkte in zijn oren. Dit was onmiskenbaar een kluis, verborgen en onaangeroerd voor decennia. De lucht binnen voelde dik met verhalen.