Visser dacht dat hij een enorme mossel had gevonden, maar wordt bleek als hij erin kijkt

Rowan riep Alden weer, hopend op begeleiding, maar de oude man klonk plotseling nerveus en ontwijkend. Zijn stem beefde toen hij erop aandrong dat Rowan de zaak zou laten vallen. “Sommige stromingen zijn niet bedoeld om geroerd te worden,” waarschuwde Alden. Zijn toon droeg angst in zich, waardoor Rowan nog onrustiger was dan voorheen.

Rowan besloot om de sleutel en het medaillon ergens veiliger onder te brengen. Eén plek kwam in hem op – de oude schuilkelder van zijn overleden grootvader, diep verborgen aan de rand van de stad. Weinig mensen wisten nog dat het bestond. De geheimzinnigheid van de plek bood troost, een tijdelijk schild tegen degene die de dreigende waarschuwingen had gestuurd.