Max probeerde haar bij het raam weg te sleuren en zei dat ze niet moest kijken, maar ze zag Vale’s schaduw al door de vlammen draaien, zijn bewegingen verwoed en woest. Het vuur maakte van hem een donkere, vervormde figuur. Zelfs door het glas voelde ze dat hij niet gewoon boos was; hij was losgeslagen, onvoorspelbaar en angstaanjagend.
Toen Max weer gluurde, zag Vale hem. Hij stormde naar binnen en sloeg Max zo hard dat het meisje hijgde. Ze klemde haar handen over haar oren in een poging het geschreeuw en de impact te blokkeren. Alles in haar trilde – angst, verwarring en het besef dat Max haar al die tijd had beschermd.