Op de een of andere manier was de hond, die nu loyaal naast haar ziekenhuisbed lag, losgebroken van de plek waar hij was opgeborgen en de chaos ingestormd. Hij wierp zich tussen Vale en de kinderen, grommend van moedige wanhoop. Op dat wilde moment begreep het meisje dat de hond hun verdediger was.
Max schreeuwde naar haar dat ze moest rennen en beloofde dat hij vlak achter haar zou komen. Zijn stem droeg zowel urgentie als zekerheid uit, alsof hij deze ontsnapping al vele malen in zijn hoofd had ingestudeerd. Ze greep de vacht van de hond en vluchtte de koude nacht in, blind sprintend terwijl de hond haar verder van het gevaar wegtrok, elke stap begeleidend.