Manny voelde zijn borstkas pijnlijk spannen. Ze had niet doelloos door ijskoude straten gedwaald; ze had het enige plan gevolgd dat Max onder vuur en geweld kon maken. Max had erop vertrouwd dat de hond haar in veiligheid zou brengen, hopend dat iemand, wie dan ook, haar zou vinden voordat Vale dat deed. Manny voelde het gewicht van dat vertrouwen.
De stem van het meisje kromp ineen tot een fluistering terwijl ze de hond omklemde. “Stuur me alsjeblieft niet terug. Laat hem me alsjeblieft niet vinden.” Haar smeekbede was rauw overleven, uitgesproken door een kind dat al te veel had verloren. Manny voelde iets in hem stevig op zijn plaats vallen.