Toen hij de gang opliep, liet een verpleegster hem de voorlopige zoekresultaten zien. Geen enkel vermist kind kwam overeen met haar beschrijving. Niemand had iets gemeld. Ze was een naamloos kind, een geest die tussen de levenden liep – vermist, onverklaard en verloren.
Manny zat lang na het einde van zijn dienst buiten haar kamer, met zijn ellebogen op zijn knieën, en dwong zichzelf te denken aan de training: agenten mochten zich niet aan haar hechten. Toch voelde de gedachte om weg te lopen ondraaglijk, alsof hij haar voor de tweede keer in de steek liet.