De hond lag uitgestrekt in de deuropening in een stille gelofte, weigerde weg te gaan of zelfs maar te eten. Manny was de enige van wie hij eten aannam. Elke voorbijganger kreeg een lage grom te horen, maar Manny’s aanwezigheid leek het dier onmiddellijk te kalmeren.
Tegen middernacht meldde een verpleegster dat ze een zijdeur van de kinderafdeling had gevonden die openstond met een klein steentje en dat er koude lucht naar binnen dreef. Niemand eiste de verantwoordelijkheid op. Het incident verontrustte het personeel en de beveiliging begon de gangen te controleren, radio’s kraakten met strenge stemmen. Manny voelde zich ongemakkelijk in zijn borstkas.