In het donker klonk er snel gescharrel in de gang buiten hun slaapkamer. Schaduwen schoten langs de muren, maar niemand bewoog, ze strekten zich lang en dun uit alsof het huis zelf ademde. Er klonk een keelklank uit de gang, waardoor ze verstijfden van angst.
De temperatuur daalde plotseling, hun adem bloeide op in bleke wolken. Ramen gingen snel achter elkaar open en dicht en echoden als kanonvuur door de gang. Ze hoorden mensen praten. Voor een vluchtige seconde flikkerde wat leek op een gezicht en verdween.
Ze grepen elkaar vast en fluisterden verwoede discussies over hun vertrek. Trots verstrengelde zich met terreur. Het herenhuis was miljoenen waard, een prijs waarvan ze geloofden dat ze die verdienden. Maar elk kraken van de vloerplanken overtuigde hen ervan dat er ingebroken werd in het huis en dat ze misschien het slachtoffer zouden worden als ze bleven.