Een paar dagen eerder was het huis nog rustig en ordelijk geweest, de marmeren vloeren glinsterden onder zacht lamplicht. Marco, de eigenaar, liep met zijn koffer in zijn hand door de foyer en mompelde dat het onmogelijk was om op het laatste moment nog een zakenreis te regelen. Alles moest geregeld zijn voor hij vertrok.
Het pand van $3 miljoen was niet alleen maar stenen en glas; het was Marco’s veilige haven. Maar wat hem het meeste zorgen baarde was niet het huis zelf, maar de kleine grijze kat die rond zijn enkels kronkelde. Ze had eten, gezelschap en een waakzaam oog nodig terwijl hij overzee reisde.