Vreemd genoeg gedroeg Connor zich na dat etentje vrolijker. Hij maakte meer grapjes, stuurde haar overdag sms’jes, stelde voor om vaker uit te gaan. Maar Julia voelde geen oprechtheid in die acties, ze had het gevoel dat Connor iets overcompenseerde.
Op een avond kwam ze vroeg thuis en vond hem in het washok, mouwen naar beneden gerold, iets wrijvend in de stof van zijn shirt. De scherpe citrusgeur van citroen hing in de lucht. Toen ze binnenkwam, sprong hij op. “Voedsel gemorst,” zei hij met een snelle glimlach. “Ik probeer het schoon te maken.”