Eentje maar. De foto legde het tafereel te perfect vast: zij aan zij, de ingepakte cadeauzak tussen hen in, Connor glimlachend alsof de buitenwereld niet bestond. Julia draaide zich toen om, niet in staat om nog meer te zien. Ze keerde terug naar haar auto en reed wazig naar huis.
De rit voelde eindeloos. Haar handen grepen het stuur, maar haar geest speelde het beeld steeds opnieuw af. De knuffel. De knuffel. De lach. Het geschenk. Toen ze thuis aankwam, deed ze het licht niet aan. Ze zat in de donkere woonkamer, haar jas nog aan, in stilte te wachten.