Man wil vreemde geur op zijn handen niet verklaren totdat vrouw geheim ontdekt

De geur trof haar meteen – rook. Geen spoor, geen vage suggestie, maar een brutale, kleverige bitterheid die in de kraag van zijn overhemd was gedrongen. Ze bevroor. Haar hand greep de stof steviger vast. Er was geen vergissing mogelijk. Ze liep de keuken in, shirt in de hand, ogen op hem gericht. “Ben je weer aan het roken?”

Connor keek geschrokken, alsof hij overvallen werd door iets waarvan hij niet verwachtte dat het ontdekt zou worden. Hij knipperde met zijn ogen en stamelde toen: “Het was er maar eentje. Ik had een zware dag op het werk, dat is alles. Het spijt me.” Maar de verontschuldiging bleef hangen als de rook die ze net had geroken.