Toen Miriam te gretig aan haar hengel rukte en de lijn in de war raakte, bukte hij om haar te helpen de lijn los te maken. Maar toen ze volhield dat hij het verkeerd deed, dat de knoop strakker moest, dat de bobber hoger moest zitten, details die ze van Daniel had gehoord, veranderde er iets in hem.
Zijn gezicht verhardde. Zijn stem klonk scherper dan ze ooit eerder had gehoord. “Als je zoveel weet, doe het dan zelf,” snauwde hij, terwijl hij de hengel terug in haar handen duwde. De anderen bevroren, niet zeker hoe te reageren. Miriams wangen brandden. Ze opende haar mond om zich te verontschuldigen, maar zijn ogen waren al weggedraaid, gefixeerd op het water alsof ze niet meer bestond.