Ik was nooit mijn vaders favoriet – 26 jaar later ontdekte ik waarom

Miriam luisterde met gebogen hoofd, zich afvragend of iemand anders de ruimtes tussen de regels opmerkte, de stiltes die geen lofrede kon bereiken. Elise huilde openlijk, haar zakdoek tegen haar gezicht gedrukt, terwijl Daniel stokstijf naast haar stond, zijn kaak op een manier die meer uithoudingsvermogen dan verdriet suggereerde.

Ze aanvaardden de condoleances, bedankten de buren voor de stoofschotels en de condoleancekaarten en begonnen toen, bijna net zo snel, te praten over vluchten terug naar hun leven. De afwezigheid van hun vader leek voor hen iets om doorheen te gaan, niet om bij stil te staan. Miriam bleef hangen. Ze kon niet zo gemakkelijk weggaan.