Ik was nooit mijn vaders favoriet – 26 jaar later ontdekte ik waarom

Elise en Daniel kwamen even helpen om de formaliteiten te regelen, hun gezichten strak van de efficiëntie van mensen die hun verdriet in nette uren wilden indelen voordat ze naar hun eigen leven terugkeerden. Het was aan Miriam om te beslissen wat er met de spullen van hun vader moest gebeuren. Elise gaf toe dat ze het niet kon verdragen om ze te doorzoeken; Daniel, altijd pragmatisch, zei: “Doneer of verkoop gewoon wat je niet wilt.”

Voor hen was het huis nu niet meer dan een omhulsel, de herinneringen te scherp om in te blijven hangen. Miriam kon zo bot niet bewegen. Elke kamer zoemde met afwezigheid maar ook met geheimen. In de fauteuil hing nog steeds de vage geur van tabak, een kruiswoordpuzzel lag onafgemaakt bij de lamp en pantoffels lagen netjes onder het bed, alsof hij elk moment weer naar binnen kon schuifelen.