Toch begon het Miriam op te vallen hoe zijn houding veranderde, afhankelijk van welk kind er voor hem stond. Met Daniël en Elise bleef hij geduldig. Bij haar begon het te rafelen. Tegen de tijd dat Miriam naar school ging, waren de kleine tekenen moeilijker te negeren. Haar vader kwam nog steeds naar voorstellingen en toneelstukken, maar hij klapte minder enthousiast als het haar beurt was.
Hij glimlachte breed voor Elises solo’s, zijn ogen stralend van trots, terwijl hij voor Miriam slechts beleefd applaudisseerde, alsof hij uit plichtsbesef applaudisseerde. Ze zei tegen zichzelf dat het niet uitmaakte, dat hij er tenminste was, maar het verschil greep haar toch aan.