Elke vergelijking scherpte haar bewustzijn van haar eigen uitsluiting aan, hoewel ze nooit kon uitleggen waarom het gebeurde. Haar moeder merkte het, ze wierp haar wetende blikken over de eettafel en gaf haar man soms een duwtje met een zachte opmerking: “Wees niet zo hard voor haar.”
Maar zijn enige antwoord was stilte, of een grom, of een blik richting de zolderdeur alsof hij zich terugtrok in zijn eigen fort van herinneringen. Voor Miriam was het gevoel onvermijdelijk: ze was een probleem aan het worden in zijn ogen, hoewel ze niet wist wat ze had gedaan om dat te verdienen.