Het keerpunt kwam op een zomer toen haar vader een reis voor alle drie de kinderen aankondigde. Het was niet gebruikelijk dat hij uitstapjes plande en Miriams hart maakte een sprongetje bij het idee. Ze reden naar het meer, de ramen naar beneden, de lucht droeg de geur van dennen en water. Daniel lag languit op de achterbank en schepte op over hoeveel vissen hij had gevangen.
Elise neuriede mee met de radio. Miriam drukte haar voorhoofd tegen het glas en dacht dat het deze keer misschien anders zou zijn, dat ze misschien de versie van haar vader zou zien die haar ooit op zijn schouders had gedragen. Eerst voelde het bijna normaal. Hij aasde Daniels haak, liet Elise zien hoe ze haar lijn vast moest houden, wees zelfs op de rimpelingen waar vis zich zou kunnen verzamelen.