Ze stapte naar voren om te bestellen. “Dat is eigenlijk snoep,” zei ze, terwijl ze naar zijn drankje keek. “Zegt de vrouw die pindakaas-banaan bestelt,” schoot hij terug. Ze grijnsde. “Touché.” De uitwisseling duurde misschien een minuut.
Hij zwaaide even naar haar toen hij wegging. Dat had het moeten zijn. Maar de interactie volgde haar tijdens haar afkoelingsrondjes, ergens vlak achter het gebruikelijke ritme van haar gedachten. Drie dagen later was Maya haar krachttraining aan het afronden op de afdeling fysiotherapie van het ziekenhuis toen ze hem weer zag.