“Marc,” zei ze en gooide het shirt naar hem toe. Het belandde op zijn schoot. Hij knipperde met zijn ogen en raapte het langzaam op, verward. “Wat is dit?” vroeg hij. “Zeg jij het maar,” snauwde Clara. “Ga je gang. Vertel me wiens lippenstift dat is. Wiens parfum dat is.”
Hij onderzocht het shirt en keek haar toen aan. “Clara, ik weet het echt niet. Misschien is het eraf gewreven in de was-” “Niet doen,” onderbrak ze. “Beledig me niet zo. Dat is Rosa’s parfum. Dat is Rosa’s lippenstift. Waarom zit het op je shirt?”