De aap die Gabriëls geliefde puppy Coco had gegrepen, schoot de dichte jungle in, zijn bewegingen snel en weloverwogen. Gabriel, gedreven door een wanhopige behoefte om zijn pup te redden, achtervolgde het schepsel door het verwarde kreupelhout.
Gabriel dook achter een grote boom, zijn adem stokte toen hij door het dichte gebladerte tuurde, op zoek naar de aap. Toen stuitte hij op het kleine, bescheiden gebouwtje in de overwoekerde wildernis.