Na haar keizersnede merkte ze een vreemd litteken op. Toen ze de dokter ernaar vroeg, werd zijn gezicht bleek

Het besef verkilde haar. Als het niet was opgenomen, en het was er niet eerder, wat was het dan? Een deel van haar wilde lachen, zichzelf dramatisch noemen. Maar een ander deel fluisterde donkere mogelijkheden, die ze niet hardop durfde te zeggen.

Daarbij kwam nog haar opgeblazen schuldgevoel. Ze was geobsedeerd door een litteken. Moest dit niet de “beste” tijd van haar leven zijn? Eén waarin haar belangrijkste taak was om een band met haar baby op te bouwen? Was ze een “slechte” moeder, die niet genoeg tijd gaf aan haar pasgeborene?