“Maar waarom ik? Ik heb niet eens iets van waarde!” Evan’s stem kraakte. Calders antwoord kwam zachtjes. “Omdat ze een zondebok nodig hebben, iemand die de schuld op zich neemt.” Evan’s hartslag hamerde. Calders logica voelde verdraaid en toch waterdicht aan. Maar wie waren deze mannen? En nog belangrijker, wie was Calder, nu hij dit allemaal wist?
Calder observeerde hem. “Ze denken dat jij de perfecte man bent. Je bent ongevaarlijk en voorspelbaar genoeg. Je gaat ten onder zonder veel strijd.” De woorden staken. Ongevaarlijk. Voorspelbaar. Over het hoofd gezien. Evan voelde een vreemde mengeling van angst en wrok. Was dit de reden waarom hij in het kruisvuur terecht was gekomen? Gewoon omdat hij bestond zoals hij deed?