De buurman klopte om 5 uur ’s ochtends aan en zei: “Ga vandaag niet werken. Vertrouw me maar” – ’s Middags begreep hij waarom..

“Dus hoe weet je dit allemaal?” Fluisterde Evan. Calder knikte langzaam. “Zie me maar als je beschermengel. Ik heb altijd al een oogje op je gehad. Sinds…Nou, ik heb het gevoel dat deze uitleg kan wachten.” Evan had moeite om het in zich op te nemen. Waarom werd hij door zoveel mensen in de gaten gehouden?

Evan’s stem trilde. “Wat waren…zijn jullie?” Calder aarzelde en gaf toen een klein, spookachtig knikje. “Laten we zeggen dat ik met mensen heb gewerkt die ik niet had moeten doen. Machtige mensen. Daar loop je niet zomaar van weg.” De vaagheid was opzettelijk. Het was net genoeg waarheid om Evan geboeid te houden, zonder iets te onthullen.