De buurman klopte om 5 uur ’s ochtends aan en zei: “Ga vandaag niet werken. Vertrouw me maar” – ’s Middags begreep hij waarom..

Toen draaide Calder zich abrupt om. “We moeten terug naar binnen,” zei hij. Evan knipperde verward met zijn ogen. “Terug naar huis?” Calder knikte fel. “Ik heb iets in je appartement laten liggen. Iets wat we nodig zullen hebben.” Evan aarzelde, maar Calders urgentie trok aan hem, eiste een gehoorzaamheid die hij niet helemaal begreep.

In het appartement haastte Calder zich naar Evan’s slaapkamerkast en begon door de dozen te scheuren alsof hij ze kende. Evan staarde verbijsterd voor zich uit. Calder was nog nooit in zijn huis geweest. Toch zocht hij verwoed en mompelde: “Het moet hier zijn. Ik heb het verstopt waar ze het nooit zouden controleren.”