Hij probeerde met zichzelf te redeneren. Misschien had ze zich gehaast om iemand te helpen of was ze een onverwachte boodschap gaan doen. Mensen gaan altijd gehaast weg. Waarschijnlijk was er tijdelijk geen signaal waar ze was. Toch maakte de stilte die tegen de muren drukte hem ongerust, alsof het appartement zijn adem inhield.
Na een tijdje ijsberen belde hij haar weer. Voicemail. Hij controleerde zijn gesprekslogboek – een rij onbeantwoorde pogingen. Zijn vingers trilden lichtjes toen hij het scherm ververste, alsof er plotseling iets zou kunnen veranderen. Niets veranderde.